(1877-1925) Duits psychiater, leidende figuur van de psychoanalyse in Duitsland, lid van het Geheime Comité en voorzitter van de International Psychoanalytic Association (Vereinigung), van 1914 tot 1918 en van 1924 tot zijn dood. Abraham werkte van 1904 tot 1907 in de Burghölzli (zie Bleuler) in Zürich bij Bleuler en Jung en kwam daar in aanraking met de psychoanalyse. Hij vestigde zich eind 1907 in Berlijn als eerste psychoanalyticus met een privépraktijk in Duitsland. In maart 1910 richtte hij de Berlijnse Psychoanalytische Vereniging op, dochtervereniging van de vlak daarvoor opgerichte IPA, en wist van Berlijn een bloeiend psychoanalytisch centrum te maken met een uitstekend opleidingscurriculum. Hij was de eerste die een psychoanalytische theorie over depressie ontwierp met een verhandeling over de schilder Segantini in 1911 en over depressie in 1912, enkele jaren voordat Freuds
‘Trauer und Melancholie’ (1917) verscheen. Omstreden is zijn artikel uit 1921 over het castratiecomplex bij de vrouw. Zijn artikelen over de pregenitale fasen van de libido (1916 en 1924) behoren tot de psychoanalytische basisliteratuur. [ABvS]
Literatuur
- Abraham, K. (1969, 1971) Psychoanalytische Studien. 2 delen. J. Cremerius (red.). S. Fischer, Frankfurt am Main.
- (2008) Sigmund Freud & Karl Abraham Briefwechsel. Ernst Falzeder (red.) & L. Hermanns (annotatie). Turia & Kant, Wenen
- Bentinck van Schoonheten, A. (2013). ‘Karl Abraham, Freuds rots in de branding. Een biografie.’ Antwerpen: Garant-Uitgevers.