Psychoanalytisch Woordenboek

Empathie

  • Duits: Einfühlung, die
  • Frans: empathie

Dit woord komt van het Griekse enpatheia, “invoelen” of “mee-lijden”. Het is een deel van de luistervaardigheid, zoiets als het meeresoneren van het ene muziekinstrument met het andere. Verwante woorden, die echter iets anders aanduiden, zijn sympathie en identificatie. Men kan onempathisch zijn door een te weinig en een teveel. Enerzijds is er de geremde luisteraar die niet durft mee te leven met de emoties van de ander. Anderzijds is er de luisteraar die zijn controle verliest en geen afstand kan bewaren. Empathie is een kwaliteitscriterium voor de psychoanalytische praktijk. Freud gebruikt sporadisch het woord Einfühlung (bijv. 1905c; 3, 511).

Het vermogen een ander emotioneel te kunnen invoelen, is mogelijk door een samenwerking van voelen, denken en neurofysiologie. De belangrijkste functies van empathie zijn de emotieregulatie en de sociale aanpassing. Aanvankelijk spelen vooral de gevoelens en lichamelijke processen een rol, en ontwikkelt het vermogen zich in de emotieregulatie van de baby en peuter. Vanaf het derde jaar neemt de invloed van het denken toe in de ontwikkeling van het empathisch vermogen. Gedurende de hele ontwikkeling spelen fysiologische en neurologische processen een rol. Waarschijnlijk bestaat er een onbewust, snel en een bewust, langzaam neurologisch circuit, waarin onder andere spiegelneuronen een rol spelen. Empathie is een tijdelijk fenomeen en is onder andere afhankelijk van de gerichtheid op de ander, de mate van betrokkenheid op de ander en de afweermechanismen. In de psychoanalyse dragen empathische reacties van de analyticus bij aan een goede therapeutische relatie, die een van de belangrijkste factoren voor een succesvolle therapie is. In de zelfpsychologie van  Heinz Kohut is empathie voor de niet-vervulde behoeften van de cliënt hét therapeutische middel en kan de analyticus alleen via empathie gegevens over de cliënt verzamelen. [FrS]

Literatuur

  • Aranjo, A. (2008). The language of empathy: an analysis of its constitution, development, and role in psychoanalytic listening. Journal of the American Psychoanalytic Association 56, p. 713 – 740.
  • Freud, S. (1905c) ‘De grap en haar relatie met het onbewuste’, Werken 3: 340, 346-547.
  • Hebbrecht, M. & Demuynck, I. (red., 2008). Empathie. Hoeksteen of struikelblok in psychoanalytische psychotherapie? Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
  • Watt, D. (2007). Toward a neuroscience of empathy: integrating affective and cognitive perspectives. Neuro-Psychoanalysis 9, p. 119 – 140.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: