- Duits: Phantasie, eine Ausnahme zu sein, die
- Frans: fantaisie d’être une exception
Kinderen in moeilijke leefsituaties waaraan zij niet kunnen ontsnappen, zoeken soms een uitweg door een beroep te doen op hun vermogen tot fantaseren. Daarmee proberen zij een dragelijke, illusoire wereld te scheppen. Een van de routes die daarbij gevolgd kan worden, is die van de fantasie een uitzondering te zijn. In een dergelijke fantasie maken kinderen zichzelf door een “grote sprong voorwaarts” tot de volwassene die zij in de toekomst menen te zullen zijn. In deze volwassenheid krijgen zij de gedaante van een competente “grote mens” die niemand nodig heeft en geen pijnlijke gevoelens en verlangens kent, omdat hij uitzonderlijk geliefd is en alle verlangens als vanzelfsprekend vervuld zijn. Deze “grote mens” leeft daardoor in een toestand waarin geen sprake meer is van hulpeloosheid, afhankelijkheid en belachelijkheid. Doordat er geen verlangens zijn, lijkt alles onder controle en is schijnbaar de absolute autonomie tot stand gebracht.
Deze fantasie kan worden opgevat als een innerlijk compromis dat essentieel is om een specifiek psychisch evenwicht te handhaven, bedoeld om niet ten prooi te vallen aan wanhoop. In een aantal gevallen wordt de fantasie zo vaak en met zo veel innerlijke overtuigingskracht gebruikt dat zij als vanzelfsprekend relatiepatroon wordt opgenomen in het impliciete geheugen. Daarmee is de fantasie geheim geworden, ook voor degene die haar gemaakt heeft. In de toestand van narcistische perfectie die op deze wijze bereikt lijkt te zijn, gelden de volgende vijf zekerheden: iedereen houdt van mij; ik ben geen monster; ik heb niemand nodig; ik ben onschuldig; ik ben onsterfelijk. [AL]
Literatuur
- Ladan, A. (2000) Het wandelende hoofd. Over de geheime fantasie een uitzondering te zijn. Boom, Amsterdam.