(Wenen 1882 – Londen 1960) Zij maakte voor het eerst kennis met de psychoanalyse in Boedapest, maar als haar voornaamste opleider noemde zij Abraham, haar analyticus in Berlijn. Daar leerde zij Alix Strachey kennen en op uitnodiging van Jones kwam ze in 1926 naar Londen, waar zij, analytica zonder een universitaire opleiding, toonaangevend werd in psychoanalytische kring. Na de komst van Anna Freud naar Londen in 1938 ontstonden hevige conflicten binnen de Britse Psychoanalytische Vereniging, hetgeen binnen één Society resulteerde in een groep rond Anna Freud, een rond Melanie Klein en een Middengroep. Melanie Klein oefende een grote invloed uit op de theorie en de praktijk van de (kinder)psychoanalyse. Paranoïde-schizoïde en depressieve positie zijn bekende termen uit haar gedachtewereld.
Literatuur
- Grosskurth, P. (1986) Melanie Klein. Her world and her work. Alfred Knopf, New York.
- Hinshelwood, R.D. (1989) A dictionary of Kleinian thought. Free Association Books, Londen.