- Duits: ontogenetisch
- Frans: ontogénétique
Betrekking hebbend op de ontwikkeling van het individu. Freud was van mening dat in de ontwikkeling van de enkeling de wordingsgeschiedenis van de soort zich herhaalde. ‘Achter deze individuele kindertijd wordt ons dan een blik beloofd op de fylogenetische kindertijd, op de ontwikkeling van het mensdom, waarvan die van de enkeling in feite een verkorte, door de toevallige levensomstandigheden beïnvloede herhaling is’ (1900a; 2: 519). In de neurose wordt het archaïsche erfgoed van het mensdom bereikbaar, aldus Freud. Daarom sprak hij van de fylogenetische of ontogenetische prehistorie of oertijd. Zie ook Oerfantasieën.
Literatuur
- Freud, S. (1900a) ‘De droomduiding’, Werken 2: 7, 22-582.