Psychoanalytisch Woordenboek

Psyche

  • Duits: Psyche, die
  • Frans: psyché

De term ‘psyche’ was algemeen in gebruik in de periode dat Freud zijn psychoanalyse gestalte begon te geven. Hij gebruikte deze term naast de term Seele, ziel. Beide termen hadden nagenoeg dezelfde betekenis: de zielkunde (Seelenkunde) of de psychologie betreft de studie van de psyche of van de ziel. ‘Psyche’ is de meer technische term. In de toen meestal nog erg filosofisch geaarde psychologie en ook in de toen nog jonge empirische psychologie werd de term ‘psychisch’ echter doorgaans gereserveerd voor het rationele en bewuste deel van de gehele psychische activiteit. Vanaf het begin is Freud hiertegen in verzet gekomen. Zijn studie van psychische stoornissen maakte het noodzakelijk om de term ‘psychisch’ een veel ruimere betekenis toe te kennen. De stoornissen kunnen slechts verklaard worden als men aanneemt dat er allerlei (psychische) processen zijn die aan de aandacht van het bewuste deel van de psyche onttrokken zijn en die zelfs, normaliter, helemaal niet toegankelijk zijn voor het bewustzijn (Freud, 1900a; 2: 571; 1940b). Het bewust zijn van een psychisch proces is slechts één karakteristiek ervan, en dan nog een zeer vluchtige. De meeste psychische processen verlopen voornamelijk onbewust, en slechts enkele elementen uit deze veelheid worden daadwerkelijk bewust (1940a; 10: 458).

Freud beschouwt de vraag naar de essentie van het psychische ook altijd vanuit de idee van een intiem verband tussen het psychische en het lichamelijke (1913j; 6: 271v). Het onbewuste ‘deel’ van de psyche is hierbij als het ware de contactzone, de bufferzone waarin het nauwe samenspel tussen soma en psyche plaatsvindt. Vergelijk ook zijn definitie van de drift als ‘grensbegrip’: het psychische en het somatische zijn de twee zijden van diezelfde dynamische kracht die het menselijk gedrag drijft (motiveert). Zie ook Metapsychologie en Topiek. [JCo]

Literatuur

  • Corveleyn, J. (1988) ‘Het onbewuste’. In: A. Vergote & P. Moyaert (red.), Psychoanalyse: De mens en zijn lotgevallen. De Nederlandse Boekhandel/Pelckmans, Antwerpen.
  • Freud, S. (1900a) ‘De droomduiding’, Werken 2: 7, 22-582.
  • Freud, S. (1913j) ‘Het belang bij de psychoanalyse’, Werken 6: 255, 256-279.
  • Freud, S. (1940b) ‘Enige elementaire lessen in de psychoanalyse’, Werken 10: 504, 506-511.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: