Psychoanalytisch Woordenboek

Freud’s last session

Freud's last session

Scene uit Freud’s last session

Nelleke Noordervliet bezocht in New York een toneelstuk over een fictieve ontmoeting tussen Freud en C.S. Lewis.

Toneelbespreking

Freud’s last session

Het theatertje off-Broadway is klein en intiem. Er gaan misschien honderd mensen in. Op het toneel past geen groots opgezet stuk. Freud’s last session is zo’n eenacter-achtig stuk van vijfenzeventig minuten waarin twee mannen met elkaar praten. Het decor is de werkkamer van Freud in Londen. Ja, ja, de divan die ik destijds in Berggasse 19 miste, staat er, met dat beroemde oosterse tapijt erop. Er is een radio, een bureau, antieke beeldjes, een boekenkast vol boeken. En er is Freud. Het is 3 september 1939. Engeland verklaart Duitsland de oorlog. Drie weken later zal Freud er niet meer zijn.

Op die derde september ontvangt Freud bezoek van de jonge auteur en Oxford-don C.S. Lewis. Historisch is dat niet per se juist, maar niet onaannemelijk. Tussen de twee mannen ontspint zich een intellectueel debat. Lewis, begonnen als atheïst, heeft zich enthousiast bekeerd tot het christendom. Freud is de wetenschappelijke observator van de menselijke natuur. Voor hem is godsdienst een studieobject. Hij maakt geen geheim van zijn overtuigingen. Het onderwerp van gesprek is uiteraard God en geloof, moraliteit, en ten slotte ook natuurlijk seks en dood. Een spannend gesprek, spits en geestig en ook voor leken in de psychoanalyse te volgen. Weinig door Freud gemunte termen passeren de revue. Het is een clash tussen twee karakters. Freud gelooft niet in God maar zijn Godgelijke status in zijn kring is het beste bewijs voor de menselijke behoefte aan een religie en aan de bewondering voor een held. Lewis is niet echt opgewassen tegen de verbale kracht van de oude, zieke man, maar heeft wel het sympathieke optimisme van de intelligente gelovige. Dramatisch gebeurt er weinig op het toneel. De dreiging van een aanval met gifgassen – ze zetten beiden een gasmasker op – maakt duidelijk dat de angst voor de dood iedereen treft, ook de cynische Freud die het zelfbeschikkingsrecht claimt en zelfmoord aankondigt. In een aanval van hevige pijn staat Freud Lewis toe de prothese uit zijn mond te halen, een taak die uitsluitend aan Anna is voorbehouden. Daar naderen de mannen elkaar emotioneel.

Als Freud op een bepaald moment de kloof tussen hemzelf en Lewis beschrijft als een strijd tussen ‘science’ en ‘revelation’, schetst hij perfect de situatie in de huidige Verenigde Staten. Het stuk past naadloos in de discussie van vandaag. Zowel in Amerika als in Nederland. De minachting voor feiten en ratio ten faveure van emotie en openbaring is zowel in Amerika als in Europa een zorgwekkende ontwikkeling.

Het publiek reageerde alert op de discussies, voelde zich er sterk bij betrokken. Mijn aandacht werd enigszins afgeleid door mijn buurvrouw, een op het oog vrij normale vrouw van pakweg vijftig jaar. Ze droeg een soepele, korte rok en een vest met lange panden. Haar stevige benen waren bloot. Zodra het stuk begon schoot ze in een geluidloze lachkramp. De ene aanval van binnenpret volgde op de andere. Er viel een enkele keer wel wat te glimlachen, maar die momenten beroerden haar niet. Het merendeel van de voorstelling zat ik te schudden op mijn stoel, omdat mijn buurvrouw met de hand voor de mond haar ontembare vreugde trachtte te smoren. Ze deed haar benen wijd en sloeg haar rok ertussen. Zette haar voeten met gelakte tenen hoog tegen de rug van de stoel voor haar, en was bijna permanent in stille beweging. Ik keek opzij om te zien of het misschien een diep verdriet was dat haar bewoog, maar ik zag geen traan. New York kent een hoge tolerantie voor afwijkend gedrag. Dit was er een voorbeeld van. Na afloop liep ze naar de uitgang, ze lachte niet meer.

December 2011, Nelleke Noordervliet

Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: