De Nederlands/Engelse coproductie ‘Shock head soul’ (2011) van regisseur Simon Pummell met onder anderen Hugo Koolschijn, Anniek Pheifer, Thom Hoffman en Jochum ten Haaf is een indrukwekkende film, die de waanzin van president Schreber van binnenuit probeert uit te beelden.
Filmbespreking – door Harry Stroeken
Shock head soul is een mengvorm van documentaire en fictie. Het ritme van de film blijft overal langzaam en er valt weinig te lachen. Schreber wordt ‘president’ genoemd omdat dit zijn benaming was als voorzitter van de rechtbank in Dresden. Dat was hij geworden kort voordat hij voor het eerst werd opgenomen.
Schreber heeft om zijn in vrijheidsstelling te verkrijgen tijdens zijn opname een boek geschreven: Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken (1903). Zoals bekend heeft Freud (1911c) over dit boek een essay gepubliceerd:Psychoanalytische opmerkingen over een autobiografisch beschreven geval van paranoia (Dementia paranoides).
De setting van de film is een rechtszitting waarin de vroegere rechter dr. Schreber probeert zijn invrijheidsstelling als patiënt juridisch af te dwingen en daarbij is zijn autobiografische boek een belangrijk wapen. Dit lukt, hij keert – in de film – naar huis terug, maar valt later toch terug en sterft in de psychiatrische inrichting. In de film geven hedendaagse (neuro)psychiaters, psychoanalytici en een historicus tussendoor hun visie. Zij zijn echter gekleed in historische kostuums, wat een apart effect teweegbrengt.
In de film worden essentiële zaken aangestipt. De verfilming van de waan zelf is treffend, ook de scènes met zijn vader en zijn apparaten. Vervolgens komt in de eerste plaats het verband aan de orde tussen Schrebers inzinkingen en de kinderloosheid van het echtpaar, dat wil zeggen de miskramen van zijn vrouw. De liefde tussen hem en zijn vrouw Sabine wordt mooi in beeld gebracht. Het ontbreken van een waarschijnlijk belangrijk hoofdstuk van de Denkwürdigkeiten wordt genoemd. Dat is het hoofdstuk over zijn familie, zijn gezin van herkomst. De familie heeft dat onwelgevallige hoofdstuk uit de publicatie kunnen verwijderen en dit relaas lijkt definitief verdwenen. Wat zouden wij dat graag lezen! Ten slotte: de vader van patiënt Schreber schijnt een zeer problematische man en pedagoog geweest te zijn. Freud heeft daar iets van aangevoeld wellicht, maar dat is een essentiële lacune in zijn betoog.
Deze film is zeer aan te bevelen voor iemand geïnteresseerd in de psychoanalyse.