- Duits: Homosexualität, die
- Frans: homosexualité
Zo goed als exclusieve voorkeur voor seksueel verkeer met een partner van hetzelfde geslacht. Deze voorkeur kan latent en onbewust zijn. Is homoseksualiteit een constitutioneel gegeven of is het een verworven eigenschap? Het antwoord op deze vraag is omstreden. Niettemin, ook indien het een verworven eigenschap betreft, is zij meestal niet veranderbaar. Traditioneel behoorde homoseksualiteit tot de perversies, namelijk tot de afwijkingen met betrekking tot het seksuele object. Hier te lande is homoseksualiteit op zichzelf geen indicatie voor behandeling meer. Een verandering van seksuele voorkeur treedt soms op tijdens een analyse, maar dat is eerder uitzondering dan regel en is zeker niet van tevoren te voorspellen. De meeste patiënten komen trouwens ook niet met dat verzoek. Homoseksualiteit bij mannen kan afweer zijn van angstwekkende heteroseksualiteit en een poging om de dominante moeder te omzeilen, de vader alsnog te vinden of om in de partner het kind te vertroetelen dat men ooit was. Dergelijke verlangens kunnen uiteraard ook bij heteroseksualiteit een rol spelen. Ook homoseksualiteit bij vrouwen kan afweer zijn van angst voor mannen of voor incestueuze wensen, leidend tot het opgeven van de vader als liefdesobject en het zich identificeren met hem in plaats daarvan. Freuds persoonlijke instelling ten opzichte van homoseksualiteit ziet men in zijn brief aan de moeder van een homoseksuele zoon van 19-4-1935 (1968a). Niettemin was Freud het geheel oneens met de ideeën van het Wetenschappelijk-Humanitaire Comité van Magnus Hirschfeld (brief aan Ferenczi, 3-3-1910). Homoseksuele mannen of vrouwen worden niet meer geweerd uit de psychoanalytische opleiding, zoals lang praktijk is geweest.
Literatuur
- Freud, S. & Ferenczi, S. (1993-2005) Briefwechsel. Böhlau, Wenen/Keulen/Weimar.
- (1968a) S. Freud & A. Zweig (1968) Briefwechsel. E. Freud (red.). S. Fischer, Frankfurt am Main.