Kijkdrift

Behoort tot de partiële driften en vormt een normale trede in de psychoseksuele ontwikkeling van het kind. Driftbron is het oog, driftdoel de observatie van de uitscheiding evenals het bekijken of vergelijken van de geslachtsorganen; driftobject is het eigen lichaam of dat van de ander. Bij ongestoorde ontwikkeling wordt de kijkdrift geordend onder het primaat van de genitaliën en is hij een normaal element van het seksuele verkeer. Gesublimeerd ontstaan daaruit de drang tot weten en te onderzoeken, evenals de artistieke creativiteit (Freud, 1905d). Blijft hij onveranderd voortbestaan, dan ontwikkelt zich daaruit het voyeurisme, zoals exhibitionisme zich kan ontwikkelen uit de lust zichzelf te laten zien. Freud voert de psychogene stoornis van het zien daarop terug, dat de bevrediging van de kijkdrift conflictueus beleefd wordt (Freud, 1910i). [DB]