Psychoanalytisch Woordenboek

Hechting

  • Duits: Haftung
  • Engels: attachment/bonding
  • Frans: attachement

Dit is een van de begrippen waaraan men ziet dat er een paradigmawisseling heeft plaatsgevonden sedert Freud: van eenpersoonspsychologie naar tweepersoonspsychologie. Begrippen die nu in de psychoanalyse vanzelfsprekend en prominent zijn, zoals verlatingsangst, separatieangst en interactie, worden door Freud niet gethematiseerd en ze zijn bij hem slechts impliciet aanwezig. Een dergelijke impliciete aanwezigheid blijkt bijvoorbeeld uit zijn beschrijving van rouw (1916-17g). Freud gebruikt het woord haften wel, maar in de gewone betekenis van ‘(blijven) vastzitten aan’, niet voor een verbinding tussen personen, zoals tussen een baby en zijn moeder. Toen John Bowlby zijn theorie introduceerde dat mensen een universele behoefte hebben om emotionele banden aan te gaan, kreeg hij aanvankelijk dan ook veel kritiek uit psychoanalytische kringen. De kritiek luidde onder meer dat de gehechtheidstheorie zou simplificeren, het driftmatige zou onderschatten en zich te veel zou beperken tot situaties van verwaarlozing of separatie. Zie Gehechtheid, Hospitalisme, Separatie-Individuatie en Spitz.

Literatuur

  • Freud, S. (1916-17g) ‘Rouw en melancholie’, Werken 7: 129, 133-148.
  • IJzendoorn, M.H. van (2008) Opvoeding over de grens. Gehechtheid, trauma en veerkracht. Boom Academic, Amsterdam.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: