- Duits: Ideal-Ich
- Engels: ideal ego
- Frans: moi idéal
Terwijl Freud (1914c) geen begripsmatig onderscheid tussen Ik-ideaal en Ideaal-Ik expliciteert, hechten sommige postfreudiaanse auteurs hier wel aan. In tegenstelling tot het Ik-ideaal, dat betrekking heeft op een nog niet gerealiseerde werkelijkheid en ideale zelfbeelden in een nog te verwerkelijken toekomst projecteert, berust het Ideaal-Ik op een ingebeelde overtuiging dat grootheidsfantasieën niet nagestreefd hoeven te worden, maar altijd al realiteit waren. Zie ook Fantasie een uitzondering te zijn. De gelijktijdige ontkenning van het geslachtsverschil en het generatieverschil bij de perversie is een voorbeeld van de ingebeelde overtuiging dat groei en ontwikkeling niet nodig zijn. In een lacaniaanse context behoort het Ideaal-Ik tot de imaginaire orde, het Ik-ideaal tot de symbolische orde. [PN]
Literatuur
- Freud, S. (1914c) ‘Ter introductie van het narcisme’, Werken 6: 326, 329-355.