Wat is een Oedipuscomplex?
In de oedipale fase, zoals door Freud gedacht, koestert de kleuter seksuele verlangens ten opzichte van de ouder van het andere geslacht en vijandige gevoelens ten opzichte van de als rivaal ervaren ouder van hetzelfde geslacht. Dit wordt het positieve oedipuscomplex genoemd.
- Duits: Ödipuskomplex, der
- Frans: complexe d’Oedipe
In het omgekeerde geval spreekt men van een negatief oedipuscomplex. Dan hebben de seksuele verlangens betrekking op de ouder van hetzelfde geslacht, terwijl de vijandige gevoelens zich op de ouder van het andere geslacht richten. De jongen kan zich dus in de lijn van zijn moeder blijven richten op vrouwen, terwijl het meisje moet switchen van haar moeder naar de vader en in die lijn naar mannen (Oedipal object shift). Men spreekt ook van triangulatie: het besef dat ouders iets met elkaar hebben waarvan het kind buitengesloten is. Rond het zesde jaar lost dit complex zich op en komt het kind in de latentiefase (1924d; 9: 34). De aangeleerde patronen zijn daarmee echter niet weg en zij kunnen weer tevoorschijn komen in het verdere leven: het eerste liefdesobject blijft gezocht worden en vandaar dat zoveel huwelijkspartners op een ouder blijken te lijken.
Het is belangrijk hierbij te bedenken dat het gaat om een zeer gevarieerde constellatie. ‘Men krijgt namelijk de indruk dat het enkelvoudige oedipuscomplex helemaal niet zo vaak voorkomt, maar een vereenvoudiging of schematisering is, die nochtans in de praktijk vaak genoeg gerechtvaardigd blijft’ (Freud 1923b; 8: 398). Het is een zaak van dagelijkse waarneming dat mensen zich – met meer of minder moeite – ontworstelen aan de verlangens van hun ouders, dat ambivalente gevoelens voor beiden schering en inslag zijn bij kind en volwassene, en dat de loyaliteit van kinderen ten opzichte van hun ouders zeer groot is. Het gaat in het oedipuscomplex dus niet om een cliché op grond waarvan enkele van de wereld vervreemde psychoanalytici zouden denken dat alle jongetjes – nog wel bewust – met hun moeder naar bed zouden willen. Zie ook Imprint en Object.
Literatuur
- Freud, S. (1923b) ‘Het Ik en het Es’, Werken 8: 371, 380-420.
- Freud, S. (1924d) ‘De ondergang van het Oedipus-complex’, Werken 9: 32, 34-40.
- Verhaeghe, P. (1998) Liefde in tijden van eenzaamheid. Drie verhandelingen over drift en verlangen. Acco, Amersfoort.