- Duits: Sexualtrieb
- Engels: sexual drive
- Frans: pulsion sexuelle
Innerlijke aandrang die zich heeft ontwikkeld vanuit een veelheid van lichaamsdelen en -functies (erogene zones) en die zich op een veel breder terrein manifesteert dan dat van de seksualiteit in strikte zin. Seksualiteit, met name ook infantiele seksualiteit, stond centraal in Freuds denken, maar hij sprak herhaaldelijk tegen dat psychoanalyse een vorm van panseksualisme zou zijn (zie bijvoorbeeld 1921c; 8: 246). De uitingsvormen – door wie of wat het meeste lust wordt verkregen – zijn bij de mens geen natuurgegeven, maar sterk sociaal bepaald, en het resultaat van opvoeding en ontwikkeling. Freuds belangrijkste exposé over het thema is ‘Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit’ (1905d). Seksualiteit heeft bij Freud en in de psychoanalyse meer algemeen een brede betekenis en zij moet niet gelijkgesteld worden met ‘genitaliteit’ (1900a; 2: 384, 1919d; 8: 62). Hij spreekt over ‘onze godin Venus’, over Eros bij Plato en legt verband met het loflied van Paulus op de liefde (1921c; 8: 246). Niettemin, heden ten dage bijvoorbeeld De droomduiding lezend, krijgt men de indruk dat Freud wel erg veel seksueel duidt. Dit heeft de beeldvorming van Freud sterk bepaald, waardoor tegenwoordig nog allerlei patiënten komen met het idee dat ze van een psychoanalyticus steeds over seks zouden moeten praten. Natuurlijk is er veel veranderd sedert victoriaanse tijden en sedert het Wenen van rond 1900, maar seksualiteit is een drijvende kracht van ons leven gebleven. Freud persoonlijk was voor hedendaagse begrippen in zekere zin een ouderwetse man wat betreft relaties, huwelijk en gezin, hoewel hij voor een vrijere seksuele moraal was dan destijds gangbaar. Zie ook Orgaanlust en Libido.
Literatuur
- Freud, S. (1900a) ‘De droomduiding’, Werken 2: 7, 22-582.
- Freud, S. (1905d) ‘Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit’, Werken 4: 9, 15-116.
- Freud, S. (1919d) ‘Inleiding bij Psychoanalyse van de oorlogsneurosen’, Werken 8: 59, 61-64.
- Freud, S. (1921c) ‘Massapsychologie en Ik-analyse’, Werken 8: 225, 227-292.