De psychoanalyse-vijandige context in Triëste noopt het echtpaar om de uitnodiging van Sante de Sanctis, de grondlegger van de Italiaanse psychologie, om zich in het gastvrije Rome te vestigen, met beide handen aan te nemen. De eerder met Marco Levi Bianchini opgerichte Societa Psicoanalitica Italiana (SPI) wordt er in 1932 eindelijk levensvatbaar. De officiële doorstart van de vereniging, met medepioniers als Emilio Servadio, Nicola Perrotti en Cesare Musatti, wordt tevens bezegeld met de oprichting van het tijdschrift Revista Italiana di Psicoanalisi. Weiss en Shenger combineren hun klinisch werk met een actieve participatie aan de Weense samenkomsten en aan die van de IPA, die de SPI in 1936 ook officieel erkent. Het Romeinse appartement van Weiss en Shrenger wordt kortstondig het epicentrum van de nog prille Italiaanse psychoanalyse. Shrenger start een leeranalyse bij de jungiaan Ernst Bernhard, die later Italiaanse bekendheden als Federico Fellini en Natalia Ginzburg onder zijn analysanten zal rekenen (Kirsch 2000). Net als Freud in Wenen zal ook het Italiaanse pionierspaar snel de aftocht blazen. Vanuit Napels zet het definitief koers naar New York.
Na de bootreis volgt een tussenstop in de hub van de Amerikaanse psychiatrie, de Menninger Foundation in Topeka (Kansas). Shrenger trekt zich noodgedwongen terug in de luwte van een psychotherapeutische privépraktijk en begeeft zich steeds prominenter in jungiaanse kringen. Mede door de verhuis naar Chicago zullen de professionele wegen van het koppel dat door Freud is samengebracht, verder scheiden. Shrenger kan in Chicago niet aarden en wijkt uit naar Berkeley. Zij wordt in San Francisco stichtend lid van de eerste groep Amerikaanse jungianen en ontpopt zich tot een vooraanstaand opleider binnen het Carl Gustav Jung Institute. Zij wijdt zich totaal aan onderwijs en lezingen en zal officieel niets meer publiceren.