- Duits: Subjekt, das
- Frans: sujet
Het subject neemt bij Lacan – aanvankelijk sprak hij van le je – een even centrale plaats in als het ego bij de egopsychologen. Waar deze laatsten zich richten op een versterking van het Ik, beoogt de lacaniaanse analyse het subject als subject van het onbewuste tot spreken te brengen. Lacan definieert het subject in tegenstelling tot het ego als een negativiteit, als een niet-weten (verdrongen) en als een niet-zijn (geen identiteit). Deze negativiteit wordt duidelijker in de later geïntroduceerde notie van het gedeelde subject (sujet barré): het subject is gedeeld omdat het na de taal en na de symbolische orde komt. Die deling komt tot stand door het talige bad (het symbolische; de grote Ander) waarin het menselijk wezen wordt ondergedompeld en het subject verschijnt in de haperingen in het spreken, in de verwijzing van (een reeks van) betekenaars naar andere, in formaties van het lapsus en de droom. Het onbewuste is het huis van het subject. [KL”>onbewuste zoals de lapsus en de droom. Het onbewuste is het huis van het subject. [KL]