Psychoanalytisch Woordenboek

Blik

  • Duits: Blick, der
  • Engels: gaze/look
  • Frans: regard

Dit psychoanalytische concept, zoals het door Lacan tussen 1953 en 1964 werd ontwikkeld, wijkt sterk af van de alledaagse betekenis van het woord. In navolging van Sartre wijst Lacan erop dat de blik wederkerig van aard is. Het subject maakt met de blik de ander weliswaar tot object, maar de blik doet bij het subject gelijktijdig het besef ontstaan dat het zelf ook tot object gemaakt kan worden, bijvoorbeeld wanneer de ander terugkijkt. Ook weer in navolging van Sartre geeft Lacan vervolgens aan dat het effect van de blik niet alleen optreedt tijdens het gezien worden door een zichtbaar persoon. Daarnaast verbindt Lacan de blik met het onbewuste verlangen en daarmee met het fundamentele algemeen menselijke tekort. Voornoemde wederkerigheid en vooral het inzicht dat het object niet alleen object van verlangen is, maar zelf ook weer een subject vol verlangen, bracht Lacan ertoe de blik in een later stadium op te vatten als een typerende eigenschap van het object.

Door de blik te definiëren als een eigenschap van het object en vanwege het visuele karakter ervan bleek de toepassing van dit concept op de visuele kunsten uiterst vruchtbaar. Door gebruik te maken van dit begrip worden zowel de bewuste als de onbewuste aspecten van de productie en de receptie van het visuele kunstwerk in de analyse betrokken. In de hedendaagse (feministische) filmkritiek wordt dit lacaniaanse concept dan ook aangewend wanneer men niet alleen wil analyseren wat er verbeeld wordt, maar wanneer men tevens de wijze waarop dit geschiedt in kaart wil brengen.

Binnen deze context is de Engelse term gaze inmiddels volledig ingeburgerd en zelfs alweer verder ontwikkeld. Zo wordt naast de gaze de look onderscheiden. De gaze wordt opgevat als de historisch gegroeide en sociaal bepaalde en daarmee bovenindividuele wijze van zien. Hij conditioneert het subject in die zin dat het zich er niet van bewust is hoezeer de blik wordt gericht en waaraan op die manier wordt voorbijgegaan. De look is daarentegen verbonden met het subject en tot op zekere hoogte individueel van aard. De altijd actieve look wordt onbewust voortgedreven en gestuurd door het onbevredigde en onbevredigbare verlangen dat volgens de lacaniaanse theorie ontstaat uit een fundamenteel tekort. Al met al vertoont de look dus een sterke overeenkomst met Lacans vroegste versie van de blik. [CN]

Literatuur

  • Nuijten, C.P. (1999) Freud en fictie. Literaire genres vanuit psychoanalytisch perspectief. Boom, Amsterdam.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: