Duits: Illusion, die Frans: illusion
‘Wij noemen een geloof dus een illusie zodra zich in zijn motivering de wensvervulling op de voorgrond dringt, en laten hierbij de relatie met de werkelijkheid buiten beschouwing, net zoals de illusie zelf van argumenten afziet …
Lees verder →
Imaginair
Duits: imaginär Frans: imaginaire
Het imaginaire, met als prototype het eigen spiegelbeeld, staat binnen de theorie van Lacan voor een van de drie categorieën (naast het symbolische en het reële) die de menselijke ervaring structureren. De orde van het imaginaire kenmerkt …
Lees verder →
Imago
Duits: Imago, die Frans: imago
Onbewust persoonlijk beeld dat selectief bepalend is voor de wijze waarop iemand de ander waarneemt, bijvoorbeeld het vaderimago. Dat imago kan afwijken van de werkelijkheid zoals het image van een ster van de feitelijke persoon. Freud …
Lees verder →
Impotentie
Duits: Impotenz Engels: impotence Frans: impuissance
Geheel of gedeeltelijk onvermogen tot een erectie of tot het vasthouden daarvan. Dit verschijnsel is dikwijls psychologisch bepaald, maar niet altijd: het kan bijvoorbeeld een bijverschijnsel zijn van sommige medicijnen en ziekten. Angst kan …
Lees verder →
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: