(1903-2005) Hongaar van geboorte, joods, beide ouders omgekomen in Auschwitz. Arts, begon in 1946 een leeranalyse met S. Nacht in Parijs. Lid van de Société, tegenstander van de theorieën van Lacan. Met zijn echtgenote J. Chasseguet-Smirgel (1928-2007) publiceerde hij onder de deknaam André Stéphane L’univers contestationnaire ou les nouveaux chrétiens, waarin hij de beweging van mei 1968 bestempelde als uiting van narcistische onrijpheid. Met zijn opvattingen over het narcisme leverde hij een belangrijke bijdrage tot de psychoanalytische theorie en praktijk. Met P. Dessuant wijdde hij ook een studie aan de vergelijking van christendom en jodendom. Volgens hem is Christus een narcistische persoonlijkheid die – als goddelijk en menselijk – reinheid en destructiviteit, goedheid en slechtheid, engel en duivel, geest en materie, eeuwigheid en tijdelijkheid omvat. In het jodendom daarentegen is God een machtige vaderfiguur, een strenge maar beschermende vader, zoals het oedipale
superego. [RP]
Literatuur
- Renz, V. (2006) ‘Bela Grunberger zum Gedenken. Ein Rückblick’. Zeitschrift für psychoanalytische Theorie und Praxis, 21 (2/3), 139-146.
- Vorbach, P. (2007) ‘In memoriam Jeanine Chasseguet-Smirgel (1928-2006)’. Jahrbuch der Psychoanalyse, 54, 205-209.