- Duits: Libido, die
- Frans: libido
In het gewone psychoanalytische evenals in het dagelijkse spraakgebruik wordt hiermee de seksuele drift in het algemeen aangeduid. Het wordt gepostuleerd als kracht onder de vele vormen waarin de seksualiteit zich kan uiten. Freud schrijft: ‘Het begrip libido hebben wij gedefinieerd als een kwantitatief variabele kracht, die als graadmeter zou kunnen dienen voor processen en omzettingen op het gebied van de seksuele excitatie’ (1905d; 4: 92). Hij acht de stelling verdedigbaar dat ‘de libido in de regel en wetmatig van mannelijke aard is’ (1905d; 4: 95). Hij was bezorgd voor verwatering van het spraakgebruik en benadrukte: ‘Ik noemde de energie van de seksuele driften – en alleen deze – libido’ (1925d; 9:103).
Literatuur
- Freud, S. (1905d) ‘Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit’, Werken 4: 9, 15-116.
- Freud, S. (1925d) ‘Zelfportret’, Werken 9: 75, 78-134.