Psychoanalytisch Woordenboek

Projectie

  • Duits: Projektion
  • Engels: projection
  • Frans: projection

‘Een veruitwendiging van een innerlijk proces’ (Freud, 1916-17f; 7: 117). Dit is de meest algemene omschrijving. Meer in het bijzonder betreft het een activiteit met behulp waarvan wensen of gedachten die men bij zichzelf ontkent of afwijst, ten onrechte aan een andere persoon of zaak worden toegeschreven. Het is dus een afweermechanisme. In de paranoia is dit het centrale afweermechanisme, maar dagelijks ziet men mensen aan anderen toeschrijven wat ze bij zichzelf niet kunnen toegeven. Het woord wordt niet altijd in deze strikte betekenis gebruikt. In meer algemene zin betekent het de wereld kleuren naar zijn innerlijke beleving. Van het begrip “projectie” is veel gebruikgemaakt in de sociale psychologie om beeldvorming en vooroordelen over andere groepen te bestuderen. Projectie is namelijk hét procedé volgens welk minderheidsgroepen worden gestigmatiseerd. Het begrip functioneert ook in de godsdienstpsychologie (1927c). Zie ook Massapsychologie.

Literatuur

  • Freud, S. (1916-17f) ‘Metapsychologische aanvulling op de droomleer’, Werken 7: 113, 116-128.
  • Freud, S. (1927c) ‘De toekomst van een illusie’, Werken 9: 356, 359-407.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: