Psychoanalytisch Woordenboek

Orale fase

  • Duits: orale Stufe/Phase
  • Engels: oral stage/phase
  • Frans: stade oral

Eerste fase in de psychoseksuele ontwikkeling, waarin lust hoofdzakelijk gebonden is aan prikkeling van de mond (Latijn: os). De orale fase is de periode van honger hebben of verzadigd zijn, van helemaal het een of het ander. Wanneer men spreekt over mensen met een “oraal karakter” bedoelt men diegenen die zich ergens totaal aan kunnen overgeven, voor wie het alles of niets is. Ze zijn gulzig en eisend, soms juist buitengewoon royaal, sterk afhankelijk van de ander die hen moet voeden. Veel verslavingen gaan door de mond: zich volstoppen met eten en drinken, of roken, waaraan Freud zelf verslaafd was. ‘Zo is het eerste object in de orale component van de seksuele drift de moederborst, die de behoefte aan voedsel van de zuigeling bevredigt’ (Freud 1916-17a; 7: 487). Bekend is het adagium: ‘Drank is vergiftigde moedermelk.’

Freud spreekt ook van oraal-sadistische of oraal-kannibaalse organisatie van de libido. Hiermee duidt hij aan dat in het eerste stadium eveneens de ontwikkeling van de tanden en van het bijten optreedt: daarmee doen het opeten en de angst om opgegeten te worden hun intrede. Freud haalt in dit verband aan wat oude mythen verhalen, bijvoorbeeld dat de Griekse god Kronos zijn kinderen opat. Met eten zijn lust en angst verbonden.

Literatuur

  • Freud, S. (1916-17a) ‘Colleges inleiding tot de psychoanalyse’, Werken 7: 211, 217-606.
Verder op psychoanalytischwoordenboek.nl: